De provincies en gemeenten krijgen hun bij de Landsbanki verdampte miljoenen eerder terug. De Hoge Raad in IJsland heeft dat vandaag besloten. De gemeenten krijgen voorrang bij betalingen uit de boedel. De gemeente Amstelveen, die vijftien miljoen euro had uitstaan bij de bank, verwacht nu minstens twaalf miljoen terug te krijgen. Noord-Holland was eind 2008 de grootste gedupeerde met ruim 78 miljoen euro op IJslandse depositorekeningen.
De Hoge Raad is, net als eerder de IJslandse bewindvoerders van Landsbanki en een lagere rechtbank, van oordeel dat de overheden bij voorrang moeten worden betaald uit de boedel van Landsbanki, omdat zij deposito’s hadden uitstaan bij de bank. De concurrente, 'niet-preferente' schuldeisers komen pas aan de beurt nadat de preferente schuldeisers volledig zijn betaald. ‘Dit is de grootste stap op weg naar het terugkrijgen van ons geld’, aldus de tevreden Noord-Hollandse gedeputeerde Financiën Elisabeth Post namens de groep. Volgens Post kunnen de overheden mogelijk al dit jaar een eerste uitbetaling tegemoet zien.
De zaak was aangespannen door grote banken en obligatiehouders die ook een vordering hebben op Landsbanki en de voorkeurspositie van depositohouders betwisten. De Noord-Hollandgroep had Alphen aan den Rijn en Dordrecht voor een proefproces naar voren geschoven omdat de zaken van Alphen aan den Rijn en Dordrecht in hoge mate vergelijkbaar zijn met de omstandigheden van de andere leden. De verwachting is dat de zaken van de overige overheden nu administratief kunnen worden afgehandeld.
Volgens de IJslandse wetgever namen de leden van de Noord-Hollandgroep als depositohouders altijd al een voorkeurspositie in. Dit werd aangevochten door grote banken en obligatiehouders die geld hadden geleend aan Landsbanki. Zij betoogden daarbij dat de regel ongeldig was, of in elk geval niet gold voor overheden met een deposito.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten